Omgevingsmanagement moet anders

Kernwoorden
omgevingsmanagement, Omgevingswet, samenwerking
Auteurs
Ronald Knegt, Arjen Krist

We hebben het in onze vorige blog al eens benoemd: de manier waarop we omgevingsmanagement in de bouw en infra traditiegetrouw aanpakken, kan wel een verbeterslag gebruiken. Met de komst van de Omgevingswet per 1 januari 2024, is een andere aanpak hoe dan ook een vereiste. Maar wat zijn de struikelblokken eigenlijk? En hoe moet het dan wel? In deze blog zoomen we in op de uitdagingen van de huidige situatie en bieden we een frisse blik op hoe het óók kan. 

De Omgevingswet komt eraan: meer inspraak en transparantie

Tot zo’n twintig jaar geleden hadden inwoners nauwelijks inspraak in projecten, met name in de openbare ruimte. De lokale overheid nam een besluit, bewoners werden geïnformeerd en konden vragen stellen, en vervolgens begonnen de werkzaamheden. Een échte dialoog was destijds zelden aan de orde, terwijl die juist kan bijdragen aan een goed lopend project.   

Anno nu is dit beeld drastisch veranderd: omwonenden moeten zelfs actief betrokken worden bij de plannen rondom hun leefomgeving. Omgevingsmanagement vormt daarmee een cruciaal onderdeel van het projectplan en speelt een doorslaggevende rol in het succes ervan; zeker met de implementatie van de Omgevingswet in het vooruitzicht. Toch loopt binnen veel projecten het afstemmen met de omgeving nog steeds niet altijd even soepel, met name in de overdrachtsfase van opdrachtgever naar opdrachtnemer. 

De uitdaging: kennisverlies door gefragmenteerd werken

In de huidige manier van werken is het inrichten van het omgevingsmanagement doorgaans de eerste stap. Dit is in de afbeelding gevisualiseerd als de buitenste ring. Hebben alle partijen hun team compleet, dan kan het project van start. Dit gebeurt in verschillende opeenvolgende projectfases (middelste ring), die uiteindelijk leiden tot de oplevering van het project, ingepast binnen de leefomgeving (binnenste ring).  

Wat deze aanpak inefficiënt maakt, is de gefragmenteerde invulling en de vele interactie tussen de verschillende specialisten. Omdat de samenstelling van deze teams gedurende het project nog wel eens wisselt, krijg je daarnaast een dubbeling van functies en verantwoordelijkheden. Bovendien krijgen omwonenden telkens te maken met andere contactpersonen, wat voor verwarring en irritatie kan zorgen. Daarmee dreigt de basis van omgevingsmanagement – het borgen van de omgevingsbelangen binnen de projectorganisatie – buiten zicht te raken. Eigenlijk is deze opzet dus voor alle betrokkenen nadelig: opdrachtnemer en opdrachtgever krijgen te maken met informatieverlies in de kennisoverdracht; omwonenden en andere stakeholders verliezen gaandeweg het vertrouwen in het projectteam

De oplossing: één omgevingsmanagementbureau per project

In ons ideaalbeeld voor de toekomst van omgevingsmanagement is al meteen een belangrijke verschuiving zichtbaar: niet het team, maar het project is het startpunt. In plaats van specialisten uit verschillende teams te betrekken, wordt er één omgevingsbureau aangesteld dat gedurende het hele project optreedt als intermediair. Daardoor voorkom je gefragmenteerd werken, dus blijft informatie- en kennisverlies tot het minimum beperkt. De experts uit het omgevingsteam borgen de verschillende disciplines bovendien vanuit het GRIP-model om risico’s snel te identificeren, analyseren en behandelen.

De voordelen in een oogopslag

Onze visie op de toekomst van omgevingsmanagement zorgt niet alleen voor een efficiëntere projectuitvoering, maar ook voor meer tevredenheid bij alle betrokkenen. Win-win dus! Maar deze manier van werken heeft nog meer belangrijke voordelen. We zetten ze voor je op een rijtje: 

  • Minder overlap en informatieverlies.  
  • Eén vast aanspreekpunt voor de omgeving tijdens alle projectfases. 
  • Efficiënter gebruik van schaarse middelen en expertise. 
  • Het belang van de omgeving staat voortdurend op de voorgrond.
  • Participatie en inspraak worden beter verankerd volgens de Omgevingswet. 

Wat we hier uiteindelijk mee willen bereiken? Een tevredener omgeving, die minder ruis en meer transparantie ervaart. Dat leidt namelijk weer tot minder tegenstand, waardoor het project als geheel soepeler verloopt en alle betrokkenen uiteindelijk zo positief mogelijk zijn over het resultaat.

En nu? Uitdragen, uitbouwen, uitproberen

Of onze visie op omgevingsmanagement een toekomst heeft? Daar komen we maar op één manier achter: door het te doen! We gaan daarom de komende tijd met meerdere partijen uit de sector om tafel om ons idee te pitchen, zowel aan opdrachtgevers als opdrachtnemers. Hun feedback en aanvullingen gebruiken we om ons idee verder bij te schaven, zodat we uiteindelijk een pilot kunnen opstarten en de opzet in de praktijk kunnen testen.  

Omgevingsmanagement volgens dutch process innovators

De toekomst van de markt vraagt om ‘anders denken en anders doen’. Wanneer opdrachtgever én opdrachtnemer hun krachten bundelen, kunnen we omgevingsprojecten voortaan nog soepeler, duurzamer en effectiever aanpakken. The future is now, en wij zijn er klaar voor. Kom maar op! 

Benieuwd hoe wij de toekomst van omgevingsmanagement voor ons zien? 

Lees de whitepaper

Samen succesvol

Jouw project met ons

Maak deel uit van dpi

De baan van je leven